Afdrukken

Juridische misslagen en andere fouten in het vonnis d.d. 11 november 2009, als tussenvonnis gewezen inzake V.N.I. Enschede B.V. en B.Th. Hofs.

Rechter: mr. E.W. de Groot

Juridische misslag 7

Om te beginnen heeft de kantonrechter het Landelijk procesreglement voor civiele rol van de kantonrechter in de zaak 158791 CV EXPL 190/04 meerdere malen overtreden door tegenstrijdige berichtgeving in de brieven van de griffie ter zake de voortgang van de procedure. Zie grief 17 van de memorie van grieven d.d. 2 november 2010.

Juridische misslag 8

Zij beklijft, dit dus geheel ten onrechte, bij haar stellingen in het eerdere tussenvonnis d.d. 19 mei 2009, daarbij de inhoud van de akte van 18 augustus 2009 van Hofs sr. vrijwel compleet negerend, terwijl hij in die akte wederom heeft verwezen naar het oordeel van de kantonrechter in haar eindvonnis d.d. 24 april 2007, waarin zij dus heeft beslist, dat de huurovereenkomst met ingang van 2 november 2002 door stilzwijgende toestemming van V.N.I. is overgegaan op Xenon Webstore B.V.

Juridische misslag 9

De kantonrechter overweegt in r.o. 2.3 wederom, dat de huurovereenkomst tussen V.N.I. en Xenon Computers V.o.f. door opzegging door de bewindvoerder per fax d.d. 16 juni 2005 op 16 september 2005 rechtsgeldig is beëindigd, dit ondanks haar andersluidende vaststellingen in eerdere vonnissen (zie juridische misslagen ter zake het tussenvonnis d.d. 19 mei 2009) en ondanks nogmaals zeer goed onderbouwde bewijsvoering door Hofs sr. in zijn akte d.d. 18 augustus 2009, dat die beëindigingsdatum veel eerder was, namelijk op 25 februari dan wel 10 maart 2004, welke laatste datum dus door de kantonrechter in de procedure V.N.I./Hofs jr. als vaststaand feit is vermeld.

Juridische misslag 10

De kantonrechter heeft de zeer uitgebreide bewijsvoering van de beide heren Hofs betreffende de rechtsgeldige beëindiging van de huurovereenkomst op 25 februari 2004, die bewezen ook zo is opgevat door V.N.I., in r.o. 2.4 afgedaan met de enkele bewoordingen, dat de gang van zaken tijdens de ontruiming en het inleveren van de sleutels geen einde betekent van de huurovereenkomst, daarbij exact dezelfde term gebruikend als het hof in zijn tussenarrest d.d. 10 juni 2008 ten aanzien van Hofs jr. heeft gedaan, hetgeen zeer veelzeggend is.

Juridische misslag 11

De overwegingen van de kantonrechter in de rechtsoverwegingen r.o. 2.8 en 2.9, waarin zij dus spreekt over betaling van huurpenningen door Hofs sr. t/m 15 september 2005, is sowieso niet in overeenstemming met de wet. Na ontruiming van een pand kan van rechtswege niet meer gesproken worden over betaling van huurpenningen, ook niet wanneer met de ontruimingsdatum de huurovereenkomst niet rechtsgeldig zou zijn beëindigd (waar in het onderhavige geval overigens wel sprake van was). De essentie van een huurovereenkomst is, zoals ook vele malen door Hofs sr. en zijn zoon is gesteld in diverse processtukken, dat de verhuurder verplicht is de zaak ter beschikking van de huurder te stellen en te laten voor zover dat voor het overeengekomen gebruik noodzakelijk is, dit overeenkomstig wetsartikel 7.203 BW. Bovendien doen tal van bepalingen in de Algemene Bepalingen huurovereenkomst, die deel uitmaken van een huurovereenkomst, geen opgeld meer, wanneer er sprake is van een ontruiming van het betreffende pand.

Juridische misslag 12

De kantonrechter heeft de partijautonomie geschaad door ondanks dat partijen hebben aangegeven het komende tussen- dan wel eindarrest in de zaak V.N.I./Hofs jr. niet in de onderhavige procedure te willen betrekkern (V.N.I. in een akte d.d. 23 juni 2009 en Hofs sr. in zijn akte d.d. 18 augustus 2009), zonder enige uitleg of motivatie in r.o. 2.13 toch de bovengenoemde toestemming c.q. opdracht aan V.N.I. te gegeven.