Afdrukken
Foto Dijkstra W.U. Wiebe

Naam:

Werkzaam bij:

Plaats:

Functie:

Telefoonnummer:

Email:

mr. W.U. Dijkstra (Wiebe)

Hekkelman Advocaten & Notarissen

Arhnem

Kandidaat-notaris

024 - 382 84 86

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Op 25 november 2011 ontvangen mijn man en ik van kandidaat-notaris de heer mr. W.U. Dijkstra een brief, waarin wordt geschreven, dat hij van Groenewegen en Partners Gerechtsdeurwaarders het verzoek heeft ontvangen (dit namens V.N.I. Enschede B.V.) om over te gaan tot openbare verkoop van onze woning aan de Jeurlinksweg 2 te Holten. In die brief werden wij tevens uitgenodigd voor een gesprek, waarin overleg zou worden gepleegd om die openbare verkoop te voorkomen of om op andere wijze tot een oplossing te geraken.

Natuurlijk schrokken wij van dat bericht, maar omdat wij wisten, dat het betreffende vonnis van 13 april 2010 niet executabel was, nietig was en bol stond van de Wetsschendingen, waardoor een gedwongen verkoop volgens ons niet tot de mogelijkheden behoorde, maakten wij ons niet al te druk.

Vervolgens heb ik gebeld met de heer Dijkstra, een vriendelijke heer, aan wie ik uitgebreid heb verteld dat er in deze zeer lang lopende zaak van alles was misgegaan, daarbij enkele belangrijke detailleringen gevend, o.a. dat er betreffende de beslagen geknoeid was, er tal van juridische misslagen door de rechters waren gepleegd, dat het boetebeding verkeerd was toegepast en dat de kantonrechter tijdens de comparitie de weg helemaal kwijt was en een soort van coup heeft gepleegd. Ook heb ik mr. Dijkstra verteld, dat een andere notaris enige tijd geleden een opdracht betreffende de veiling van onze aan de opdrachtgever had teruggegeven, waarna mr. Dijkstra uit zichzelf naar de naam van deze notaris vroeg en mij zei te overwegen hem te bellen.

Mr. Dijkstra stelde dat we alle relevante stukken mee konden nemen naar de bespreking, waarbij ook mr. van Delft aanwezig zou zijn, en dat daaraan dan vanzelfsprekend aandacht zou worden besteed. De dag van de bespreking, zijnde 15 december 2011, gingen we dan ook met het gevoel op weg dat er serieus naar ons geluisterd zou worden, dat wij nog toelichting zouden mogen geven betreffende de meegebrachte stukken of wellicht betreffende de belangrijkste daarvan en dat nadien de zaken nog door de beide notarissen verder bestudeerd zouden worden en dat er vervolgens een weloverwogen oordeel zou volgen.

Helaas is het allemaal anders gelopen. Hoewel ik de gemachtigde van mijn man was in het laatste deel van de bodemprocedure is de advocaat, die de hoger beroep procedure naar aanleiding van het vonnis van 13 april 2010 verzorgd had, toch meegegaan naar de bespreking, dit om de notaris uit te leggen, waarom dit vonnis niet executabel was.

De bespreking was een koude douche, waarbij mr. Dijkstra zijn telefonische toezeggingen met betrekking tot het inzien en bespreken van de meegebrachte stukken compleet vergeten scheen te zijn en zijn collega mr. Van Delft het woord liet voeren, mr. Dijkstra functioneerde als een soort papegaai, omdat hij het in alles eens was met zijn meerdere, die zich zeer onaangenaam en niet-professioneel gedroeg. Op de gehele gang van zaken tijdens die bespreking en de rol van mr. Van Delft daarin kom ik nog terug in een hem betreffende separate publicatie.

In een aangetekende brief d.d. 25 april 2012 aan mr. Dijkstra hebben wij hem een overzicht gegeven van de voornaamste juridische misslagen, wetsschendingen en andere fouten van kantonrechter mw. mr. E.W. de Groot (tevens vice-president van de rechtbank te Almelo) in haar meerdere vonnissen, daarbij vermeldend, dat hij de onderbouwing daarvan kon vinden in onze aangetekende brief van 2 januari 2012 (vergezeld van 41 bijlagen) aan mr. Van Delft en hemzelf. Op die brief hebben wij overigens nooit een antwoord ontvangen.
De belangrijkste in de brief van 25 april 2012 genoemde juridische misslagen en andere feiten, waardoor er van misbruik van bevoegdheid sprake zou zijn, wanneer de executoriale verkoop van de woning toch door zou gaan:

a) Het vonnis d.d. 13 april 2010 is ingevolge wetsartikel 504a Rv. lid 2 niet executabel, omdat het onder het kopje beslissing geen bedrag noemt inzake de te betalen achterstallige huurpenningen.

b) Het vonnis geeft niet aan, dat hetgeen R.T.B. Hofs heeft betaald dan wel zal betalen niet door B.Th. Hofs betaald hoeft te worden. Deze bepaling had in elk geval in het vonnis moeten worden opgenomen, omdat de dagvaarding in eerste aanleg (d.d. 23 december 2003) is geëntameerd ten aanzien van de beide voormalige vennoten van Xenon Computers V.o.f., zijnde R.T.B. Hofs en B.Th. Hofs.

c) De kantonrechter heeft wetsartikel 6:159 BW in haar tussenvonnis d.d. 19 mei 2009 verkeerd geïnterpreteerd, waardoor zij ten onrechte heeft gesteld, dat er geen akten zijn opgemaakt, waarbij de rechtsverhouding van Xenon Computers V.o.f. werd overgedragen aan Xenon Webstore B.V. (de rechtsopvolger van Xenon Computers V.o.f.) Vervolgens heeft zij gesteld "dat zij van oordeel is dat niet aan de vereiste akte voor een rechtsgeldige contractsoverneming is voldaan en dat dit betekent dat Xenon Computers V.o.f. en daarmede haar vennoten gehouden zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de huurovereenkomst te voldoen." De betreffende akten waren wel aanwezig en reeds op 3 oktober 2006 aan de kantonrechter toegezonden!

d) De kantonrechter heeft bepaald, dat er na ontruiming dan wel rechtsgeldige beëindiging van de huurovereenkomst toch huurpenningen aan V.N.I. moeten worden doorbetaald, hetgeen in strijd is met wetsartikel 7:201 lid 1 BW.

e) De kantonrechter heeft de rechtsgeldige opzegging van de huurovereenkomst door curator mr. Haafkes per 10 maart 2004 genegeerd, welke opzegging zijzelf nota bene in haar tussenvonnis d.d. 19 mei 2009 in r.o. 2.6 als vaststaand feit heeft opgenomen.

f) De kantonrechter heeft artikel 14.2 van de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst in het eindvonnis d.d. 13 april 2010 foutief geïnterpreteerd en dientengevolge een door V.N.I. berekende boete van € 604.321,86 goedgekeurd.

g) De kantonrechter heeft de wettelijke rente over de toegewezen achterstallige huurpenningen in haar eindvonnis d.d. 13 april 2010 toegewezen, hetgeen door V.N.I. echter niet was verzocht.

h) De kantonrechter heeft het principe van hoor en wederhoor, dat is vastgelegd in artikel 6 EVRM, op ernstige en onaanvaardbare wijze geschonden.

i) De kantonrechter heeft in strijd met de geldende rechtsregels en in strijd met wetsartikel 88 Rv lid 3 verzuimd een proces-verbaal van de comparitie van partijen op te maken, waardoor het vonnis ingevolge een uitspraak van de Hoge Raad nietig is.

N.B. Hier is te lezen over het onvoorstelbare knoeiwerk van deze kantonrechter, die kost wat kost in de pas wilde lopen met een (foutief) arrest van het gerechtshof te Arnhem in de gelieerde zaak van onze zoon. Tevens zal ik berichten over de laakbare rol van V.N.I. in het geheel, waarbij in werkelijkheid natuurlijk haar advocaat de gang van zaken heeft bepaald. Deze mr. Naus hebben wij dan ook voor de tuchtraad gebracht, welke zaak op 19 november 2012 dient voor de Raad van Raad van Discipline. Tegen een falende rechter, nog erger een rechter die geheel bewust een foutief vonnis wijst, is weinig te beginnen, daarvoor heeft het met ingang van 1 januari 2002 vernieuwde rechtssysteem gezorgd.

Op de bovengenoemde brief is geen enkele reactie gekomen.
De relevante uitspraak van de Hoge Raad inzake misbruik van bevoegdheid:

Een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis of arrest kan worden geschorst indien de tenuitvoerlegging ervan een noodtoestand veroorzaakt bij de geëxecuteerde dan wel er sprake is van misbruik van bevoegdheid.
Van een dergelijke noodtoestand of misbruik van bevoegdheid is sprake wanneer het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust.

zie HR 22 april 1983, NJ 1984, 145 en HR 22 december 2006, NJ 2007, 173
Zie ook: LJN: AU 4338 Gerechtshof Leeuwarden, 0500343

Let wel: deze uitspraak is uiteraard van toepassing voor degenen, die met de uitvoering belast zijn, zoals gerechtsdeurwaarders en notarissen.


Het relaas over de omgang met deze zaak door notariskantoor Hekkelman wordt vervolgd op de pagina van mr. W.E. van Delft.

Gonnie Akkermans