Afdrukken

De bewering van ING bank, dat de op 5 september 2002 door het echtpaar afgesloten hypotheek gold t.b.v. de door het echtpaar met haar aangegane leningovereenkomst d.d. 3 september 2002

Deze visie en de daaruit voortkomende handelwijze zijdens ING, zijnde de gedwongen verkoop van de woning, waarbij de hypotheekakte d.d. 5 september 2002 door ING als executoriale titel is aangewend, is één van de grootste en voor het echtpaar fatale blunders, die ING in deze heeft begaan.

Jurisprudentie inzake de (beperkte) reikwijdte van een notariële hypotheekakte is in deze van belang. Uit een uitspraak van de Hoge Raad (HR 26 juni 1992, NJ 1993/449) volgt, dat de executiebevoegdheid op grond van de grosse van een notariële (hypotheek)akte gezien het ingrijpende karakter van de executiebevoegdheid slechts aanvaardbaar is voor zover de vordering van de bank op haar schuldenaar dus met voldoende bepaalbaarheid in de akte is omschreven. Niet vereist is, aldus de Hoge Raad, dat de vordering/rechtsverhouding in de akte zelf is opgenomen, deze dienen enkel in de akte te worden omschreven dan wel anderszins eruit te blijken, aldus de Hoge Raad.

Voor een juridisch en feitelijk juiste (krediet)hypotheek is het noodzakelijk, dat er in de hypotheekakte wordt verwezen naar een bepaalde overeenkomst van geldlening, kredietovereenkomst, borgstelling of om het even welke rechtsverhouding.

Het behoeft geen betoog, dat aan het bovenstaande in de hypotheekakte d.d. 5 september 2002 op geen enkele manier is voldaan, dit nog afgezien van de overige ernstige mankementen en misslagen in die akte, dit met name door het noemen als kredietnemers van een niet bestaande vennootschap onder firma (Xenon Computers v.of.) en een rechtspersoon, zijnde Xenon Webstore B.V., waarmede inzake de hypotheekakte geen enkele rechtsverhouding bestond en omtrent welk bedrijf ING onder punt 4.21 van een latere conclusie van antwoord ook volmondig heeft verklaard, dat zij met deze B.V. geen kredietrelatie onderhield (hetgeen ook door een gerechtshof is bevestigd) en dat zij daarom ook de jaarcijfers van dit bedrijf niet mocht verifiëren. Over dit alles later meer.

Onder punt 4.2 van zijn pleitaantekeningen doet de advocaat het voorkomen, dat wij hebben gesteld, dat omdat wij de hypotheekakte buitengerechtelijk hebben vernietigd c.q. ontbonden ING geen executoriale titel zou hebben, hetgeen een onzinnige en onjuiste bewering is. Verder stelt de advocaat, dat omdat ING Hofs c.s. meerdere malen op de gevolgen en mogelijke risico’s van de financiering heeft gewezen (waarvan dus geen sprake is geweest omdat er slechts één gesprek met ING is geweest, namelijk op 16 augustus 2002 waarin over andere zaken is gesproken) een rechtsgeldig hypotheekrecht tot stand is gekomen.

P.S. Wij waren toentertijd niet op de hoogte van deze jurisprudentie en onze advocaat kennelijk ook niet, hetgeen ING en de door haar ingeschakelde notaris natuurlijk wel waren, maar dit wijselijk onder het vloerkleed hebben gehouden. In een veel later stadium hebben medewerkers van ING te Enschede deze onjuiste handelwijze wel erkend en de hoofddirectie van ING te Amsterdam daarvan op de hoogte gesteld, hetgeen echter niet mocht baten, over welke gang van zaken ik later meer zal verhalen.