Foto Benedek P.T.A. Palko

Naam:

Werkzaam bij:

Plaats:

Functie:

Telefoonnummer:

Email:

mr. P.T.A. Benedek (Palko)

Van Putten Van Apeldoorn Notarissen

Ede

Notaris

0318 - 68 56 85

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Deze mr. Benedek heeft zijn vriend notaris mr. W.E. van Delft van Hekkelman Notarissen, een vriendendienst willen bewijzen door een smerig klusje voor hem op te knappen, zijnde het geheel ten onrechte in opdracht van een malafide opdrachtgever (in casu diens advocaat) veilen van de kapitale woning van twee bejaarde mensen, resp. 76 en 70 jaar, zijnde het echtpaar Hofs, die samen meer dan 80 jaren voor hun mooie bezit hebben gewerkt, dit zonder hoge salarissen te verdienen of een erfenis in de schoot geworpen te krijgen.
Beide genoemde heren zijn lid van de Stichting Notariële Vastgoedveiling Gelderland.

Het volgende is er kort weergegeven aan de hand:

Zowel mr. Van Delft als mr. Benedek schermen voortdurend met hun ministerieplicht ingevolge wetsartikel 21 lid 1 WNA, maar weten natuurlijk donders goed, dat die ingevolge lid 2 van datzelfde artikel niet absoluut is. Ook werd het echtpaar meerdere malen voorgehouden: als de opdrachtgever wil dat ik veil, dan gaat de veiling door, hetgeen een schandalige uitspraak is en hetgeen vanzelfsprekend door een notaris nooit zo gesteld mag worden, alleen al niet vanwege het bovengenoemde lid 2 van wetsartikel 21 WNA.

Uit de stukken, die beide notarissen van het echtpaar hebben ontvangen blijkt overtuigend dat B.Th.Hofs, die de schuldenaar zou zijn, nooit een pand van de opdrachtgever (een vastgoed handelaar) heeft gehuurd, maar door meineed, fraude en bedrog van de opdrachtgever, een makelaar, enkele advocaten van de opdrachtgever en door onvoorstelbaar opzettelijk knoeiwerk van magistraten is veroordeeld tot betaling van een enorm bedrag aan achterstallige huurpenningen.

Uit telefoongesprekken met zowel kandidaat-notaris mr. G.P.A. Stuyt als met mr. Benedek zelf blijkt, dat deze heren goeddeels niet op de hoogte zijn van de formaliteiten inzake beslagveilingen, dit waarschijnlijk omdat zij vrijwel uitsluitend en alleen met veilingen in opdracht van hypotheekhouders van doen hebben. Mr. Benedek is o.a. namelijk de foutieve mening toegedaan, dat omdat er geen bedrag onder het dictum van het vonnis inzake de achterstallige huurpenningen wordt genoemd, na de veiling bij betwisting van de door de opdrachtgever geclaimde vordering, de uitkering aan deze kan worden opgeschort en op verlangen van de notaris een voorzieningenrechter nog over de uitkering kan beslissen.

Deze gang van zaken is gestoeld op wetsartikel 270 BW 3, aldus de notaris. Dit wetsartikel is echter alleen van toepassing op gedwongen verkopen door een hypotheekhouder. Een beslaglegger dient immers over een executoriale titel te beschikken in de vorm van een vonnis of arrest, in welk vonnis of arrest vanzelfsprekend een vereffende vordering moet staan, anders is zo’n vonnis of arrest ingevolge wetsartikel 504a Rv. niet executabel, hetgeen mr. Benedek vol vuur ontkent, daarmede dit wetsartikel aan zijn notarislaars lappend.

Saillant detail: Een door mr. Van Delft geconsulteerde rechtsgeleerde, ene mr. A. Steneker, had verklaard, dat omdat er in het vonnis van 13 april 2010 staat, dat het uitvoerbaar bij voorraad was, de veiling kon doorgaan. Gekker kan toch niet, dat snapt eenieder met enige juridische kennis.

De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen draagt in een Beslissing d.d. 28 mei 2009 (LJN YC0323) uit, dat wanneer het voor een notaris aanstonds en zonder diepgaand onderzoek kenbaar is, dat het gelijk aan één zijde ligt, hij een standpunt in het geschil dient in te nemen, hetgeen vanzelfsprekend inhoudt het retourneren van de opdracht aan de opdrachtgever, wanneer het gelijk aan de zijde van de geëxecuteerde ligt.

Op grond van dit criterium heeft het echtpaar nog een aangetekende brief d.d. 26 juli 2012 aan mr. Benedek geschreven, waaruit klip en klaar en zeer goed onderbouwd blijkt, dat:

-    Het vonnis van 13 april 2010 om meerdere redenen nietig is, waarbij wordt verwezen naar diverse uitspraken van de Hoge Raad, zijnde HR 8 november 1926, NJ 1926, 1342, HR 17 januari 1950, NJ 1950, 345 en HR 28 juni 1983, NJ 1984, 98; HR 24 februari 1987, NJ 1988, 540;

-   B.Th.Hofs geen euro aan V.N.I. verschuldigd is, maar hij in tegendeel wel een vordering heeft op V.N.I., hetgeen blijkt uit een berekening, die door hem is opgesteld met behulp van een advocaat en het juridisch loket te Almelo, welke berekening in het bezit van mr. Benedek is, maar die hij niet wenst te bekijken. Uitdrukkelijk wordt in de brief vermeld, dat bij die berekening is uitgegaan van de gehele inhoud van het vonnis d.d. 13 april 2010, hoe fout dit vonnis ook is. Die vordering van B.Th.Hofs op V.N.I. komt o.a. voort uit de zeer bijzondere aard van de huurovereenkomst, waarbij in het maandelijks te betalen bedrag een groot bedrag was verdisconteerd vanwege een koop op afbetalingsregeling, waarvan de kantonrechter in haar vonnis van 13 april 2010 in r.o. 2.6 heeft gesteld, dat B.Th.Hofs niets met die koop op afbetaling van doen had, omdat de betreffende overeenkomst door V.N.I. met een derde was afgesloten. Tot de datum van huuropschorting was er zodoende veel te veel door B.Th.Hofs betaald (die op een gegeven moment door de kantonrechter dus als huurder is aangemerkt, wat daar verder ook van zij). Ook zijn er nadien nog zeer forse betalingen dienaangaande aan de verhuurder verricht;

-    Er door de kantonrechter tal van ernstige Wetsschendingen zijn gepleegd in haar tussenvonnissen d.d. 19 mei 2009 en 17 november 2009 alsook in haar eindvonnis van 13 april 2010, waardoor er bij executie misbruik van bevoegdheid gemaakt zal worden, omdat er dan een noodtoestand aan de zijde van de geëxecuteerden zal ontstaan, waarbij in de brief wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad, zijnde HR 22 april 1983, NJ 1984, 145;

-    De kantonrechter het principe van hoor en wederhoor ten nadele van B.Th.Hofs ernstig heeft geschonden door hem ondanks haar gehoudenheid daartoe en bovendien meerdere door haar schriftelijk gedane toezeggingen niet toe te staan nog een akte uit te brengen naar aanleiding van door de verhuurder ter zitting nieuw ingebrachte zeer belangrijke stukken en berekeningen;

-    De kantonrechter de gemachtigde van B.Th.Hofs niet heeft toegestaan haar pleitaantekeningen voor te lezen, hetgeen eveneens een ernstige processuele schending is;

-    Het vonnis niet in het openbaar is uitgesproken;

-   De comparitie van partijen een schandalige vertoning was, waarbij de gemachtigde van B.Th.Hofs op een volstrekt onacceptabele manier door de kantonrechter onder druk is gezet om te tekenen voor een enorm door haar echtgenoot te betalen bedrag;

-    Etc. etc.

Mr. Benedek trekt zich echter nergens iets van aan en gaat geheel rücksichtsloos door met de voorbereiding van de openbare verkoop, inhoudende het uitbrengen van de exploten (1,2) aan het echtpaar inzake het veilen van de woning op 4 september 2012 en het plaatsen van de advertenties op 4 augustus 2012 o.a. op www.veilingbiljet.nl. Dit vanwege hem moverende redenen, die zonder enige twijfel het daglicht niet kunnen velen en tot op de bodem uitgezocht zullen moeten worden met aansprakelijkstelling van deze notaris vanwege zijn handelwijze. Tevens dient hij verantwoording af te leggen voor de Kamer van Toezicht, in welke instantie het echtpaar vanwege ervaringen in het verleden echter geen enkel vertrouwen heeft.

Het voert te ver om hier alle formele fouten van mr. Benedek, die hij in het voorbereidingstraject heeft begaan, o.a. het laten uitbrengen van niet-rechtsgeldige exploten, aan de kaak te stellen. Daaraan zal t.z.t. een separate publicatie met integrale overlegging van alle relevante stukken worden gewijd.

Het behoeft geen betoog, dat de handelwijze van mr. Benedek de beroepsgroep ernstig schaadt, met name nu uit de publicatie van onlangs van hem en mr. Van Delft over executieveilingen blijkt dat hij heel goed weet, dat een openbare verkoop van een woning, die niet door een hypotheekhouder wordt verkocht en waardoor er dus ook geen onderhandse aanbiedingen kunnen plaatsvinden, onomstotelijk zal leiden tot een enorm vermogensverlies voor de geëxecuteerden, omdat de woning in dat geval slechts een fractie van de onderhandse verkoopwaarde zal opbrengen, waarmede niet eens de hypotheekschuld zal kunnen worden afgelost. Daardoor blijft het echtpaar ook nog eens zitten met een enorme restschuld, waarvan de rente alleen al niet te dragen is, waardoor met dank aan deze notaris een leven van bittere armoede in elk geval is gewaarborgd.

Vrouwe Justitia in Verval durft een dergelijke notaris met recht en reden een witteboordencrimineel te noemen.